oogmerk hebbende, de betrekkingen van het Postwezen tusschen de beide Staten op eene meer met de tegenwoordige omstandigheden van het verkeer overeenkomstige wijze te regelen, hebben besloten, zich met elkander omtrent het sluiten van een nieuw Postverdrag te verstaan, en dienvolgens tot hunne gevolmagtigden benoemd:

Z. M. de Koning der Nederlanden, Hoogstdeszelfs Kamerheer en Buitengewonen Gezant en Gevolmagtigden Minister bij het Koninklijk Pruissische Hof, Alexander Carel Jacob baron Schimmelpenninck van der Oye, Kommandeur enz.,

en Hoogstdeszelfs Referendaris en Hoofd van de Afdeeling der Posterijen bij het Ministerie van Finantiën, Jacques Pols, Ridder enz.

Z. M. de Koning van Pruissen, Hoogstdeszelfs Directeur-Generaal der Posterijen, Heinrich Schmückert, Ridder enz.

en Hoogstdeszelfs geheimen Postraad Leopold Friedrich, Ridder enz.;

die, na uitwisseling hunner in goeden en behoorlijken vorm bevondene volmagten, omtrent de navolgende artikelen zijn overeengekomen:

TITEL 1.

Van de wederzijdsche post-
verbindingen.

Art. 1. Er zullen geregelde postverbindingen tusschen het Koningrijk der Nederlanden en de Koninklijk Pruissische Staten, voor het overbrengen der briefwisseling en van alle de verdere voorwerpen der brievenpost, welke de beide post-administratien aan elkander over en weder hebben uit te leveren, onderhouden worden.

De thans bestaande verbindingen, zoowel als de tegenwoordige grenspost-stations, blijven voorloopig onveranderd. Het is aan de wederzijd

in der Absicht, die postdienstlichen Beziehungen zwischen den beiderseitigen Staaten in einer, den gegenwärtigen Verkehrs-Verhältnissen mehr entsprechenden Weise ordnen zu lassen, haben die Vereinbarung eines neuen Post - Vertrages beschlossen, und für diesen Zweck zu Bevollmächtigten ernannt:

S. M. der König der Niederlande, Allerhöchst Ihren Kammerherrn und ausserordentlichen Gesandten und bevollmächtigten Minister am Königlich Preussischen Hofe, Alexander Carel Jacob Freiherrn Schimmelpenninck van der Oye, Commandeur etc.

und Allerhöchst Ihren Referendar und Chef der Post-Abtheilung im Finanz-Ministerio, Jacques Pols, Ritter, etc.

S. M. der König von Preussen, Allerhöchst Ihren General-Post-Director Heinrich Schmückert, Ritter

etc.

und Allerhöchst Ihren Geheimen Postrath Leopold Friedrich, Ritter etc.;

welche, nach Auswechselung ihrer, in guter und gehöriger Form befundenen Vollmachten, über folgende Artikel übereingekommen sind:

TITEL I.

Die gegenseitigen Post-Verbin-
dungen betreffend.

Art. 1. Zwischen dem Königreiche der Niederlande und den Königlich Preussischen Staaten sollen, behufs der Zuführung der Briefe und aller sonstigen Briefpost-Gegenstände, welche die beiderseitigen PostAnstalten sich gegenseitig auszuliefern haben, regelmässige BriefpostVerbindungen unterhalten werden.

Die zur Zeit bestehenden Verbindungen, sowie die jetzigen GrenzPost-Stationen bleiben vorläufig unverändert. Den beiderseitigen Post

post naar de Keizerlijk-Oostenrijksche Staten, naar Beijeren, Wurtemberg, Baden, het postgebied der vorstelijk Thurn- en Taxische administratie, Brunswijk, Saksen, Mecklenburg-Schwerin en Strelitz, voorts naar het Russische Keizerrijk met inbegrip van Polen, naar Servië, Moldavie en Wallachye, als ook naar Zweden en Noorwegen, in zoo verre de briefwisseling voor deze beide landen over Stralsund of Stettin te verzenden is, overgeleverd worden.

De brieven en verdere voorwerpen van de brievenpost naar Zwitserland, naar de niet tot Oostenrijk behoorende Italiaansche Staten, naar de Ionische eilanden, Griekenland, Turkije en de Levant, Egypte en zoo voorts, zullen insgelijks aan de Pruissische posterijen overgegeven worden, in zoo verre niet door tusschenkomst van andere post-administratien eene spoediger overeenkomst te verkrijgen is, of door den afzender eene andere wijze van verzending op het adres aangeduid wordt.

Van de Koninklijk Pruissische zijde daarentegen worden aan de Koninklijk-Nederlandsche posterijen alle de op de Pruissische postkantoren bezorgde, benevens alle de op die postkantoren uit vreemde landen ontvangene brieven en andere voorwerpen van de brievenpost, welke naar het Koningrijk der Nederlanden bestemd zijn, onmiddellijk uitgeleverd.

De brieven en voorwerpen van de brieven post, bestemd naar de Nederlandsche kolonien en andere overzeesche landen, worden in zoo verre aan de Koninklijk-Nederlandsche posterijen overgegeven, als het verlangen omtrent eene zoodanige wijze van verzending over het Nederlandsche grondgebied door den afzender op het adres van den brief is uitgedrukt, of, bijaldien de wijze van verzending niet op het adres is aan

nach den Kaiserlich Oesterreichischen Staaten, nach Bayern, Würtemberg, Baden, dem Fürstlich Thurn- und Taxischen Postbezirke, Braunschweig, Sachsen, Mecklenburg-Schwerin und Strelitz, ferner nach dem Kaiserlich Russischen Reiche mit Einschluss von Polen, nach Serbien, der Moldau und der Wallachei, sowie nach Schweden und Norwegen, insoweit die Correspondenz etc. nach diesen beiden letzteren Ländern über Stralsund oder Stettin zu befördern ist, zugeführt werden.

Die Briefe und sonstigen BriefpostGegenstände nach der Schweiz, den zu Oesterreich nicht gehörigen Italienischen Staaten, den Ionischen Inseln, Griechenland, der Türkei und der Levante, Aegypten u. s. w., werden ebenfalls den Preussischen Posten überliefert werden, insoweit nicht durch Benutzung anderer PostAnstalten eine schnellere Beförderung erreicht wird, oder von dem Absender eine andere Spedition auf der Adresse verlangt ist.

Von Königlich Preussischer Seite werden dagegen den Königlich Niederländischen Posten alle bei den Preussischen Post-Anstalten aufgegebene, desgleichen alle diesen PostAnstalten aus fremden Ländern zugehende Briefe und sonstige Briefpost-Gegenstände, welche nach dem Königreiche der Niederlande bestimmt sind, unmittelbar zugeführt werden.

Die Briefe und Briefpost-Gegenstände nach den Niederländischen Kolonien und nach sonstigen übersecischen Ländern werden insoweit den Königlich Niederländischen Posten ausgeliefert werden, als Seitens der Absender durch einen Vermerk auf der Adresse die Spedition durch die Niederlande verlangt wird, oder, falls kein bestimmter Beförderungsweg auf der Adresse angegeben ist, bei der Spedition durch die Niederlande

gewezen, in zoo verre de brieven, bij eene verzending over de Nederlanden, spoediger dan langs eenen anderen weg de plaats hunner bestemming kunnen bereiken.

Art. 6. Het blijft aan de wederzijdsche post-administratiën voorbehouden, bij onderlinge schikking te bepalen, tusschen welke Nederlandsche en welke Pruissische postkantoren de uitwisseling der brieven plaats vinden zal. Beide post-administratiën zijn verpligt, voor de verzending der wederzijdsche nationale briefwisseling, gelijk mede voor de transitoire briefwisseling. de snelste vervoermiddelen, die ter harer beschikking staan, te bezigen.

Art. 7. Geene aangiften van geldswaarde wordt bij de verzending met de brieven post toegelaten. Wegens niet aangeteekende brieven wordt geene aanspraak op schadevergoeding tegenover de post-administratiën erkend.

Art. 8. Ten einde de berekening van het port en de stipte afzending te kunnen nagaan, en ook, indien noodig, de terugzending naar de plaats van vertrek te kunnen bewerkstelligen, moeten alle de uit het postgebied van eene der beide administratiën afkomstige brieven met den plaatsen dagteekening-stempel van het kantoor van vertrek, die uit vreemde Staten echter, in zoo verre deze van geen plaats-stempel voorzien zijn, door eene aanwijzing van het land van hunnen oorsprong gekenmerkt worden. Bij brieven, welke het gewigt van een' enkelen brief te boven gaan, wordt het gewigt op den omslag duidelijk vermeld.

TITEL III.

Van het bedrag der te heffen porten, van de afrekeningen enz.

A. Wederzijdsche nationale briefwisseling.

Art. 9. Het port voor de wederzijd

eine schnellere Beförderung als auf anderen Wegen zu erreichen ist.

Art. 6. Zwischen welchen Niederländischen und Preussischen PostAnstalten die Auswechselung der Correspondenz stattzufinden hat, bleibt der Verständigung der beiderseitigen Post-Verwaltungen vorbehalten. Beide Post-Verwaltungen sind verpflichtet, zur Beförderung der beiderseitigen National-Correspondenz, sowie der Transit-Correspondenz, die schnellsten, ihnen zu Gebote stehenden Beförderungs-Mittel zu benutzen.

Art. 7. Eine Declaration des Inhalts-Werthes ist bei keiner Versendung mit der Briefpost zulässig. Ein Ersatz-Anspruch für nicht recommandirte Briefe findet gegenüber den Post-Verwaltungen nicht statt.

Art. 8. Um den Porto-Ansatz und die rechtzeitige Absendung controlliren, auch nöthigenfalls die Zurücksendung an den Abfertigungs-Ort bewirken zu können, sollen alle ans den beiderseitigen Postbezirken abgehende Briefe mit dem Orts- und Tagesstempel der Abgangs-Post-Anstalt, die aus fremden Staaten eingehenden aber, falls sie keinen Ortsstempel tragen, mit der Angabe des Landes, aus dem sie kommen, bezeichnet sein. Bei Briefen, welche das Gewicht des einfachen Briefes überschreiten, muss das Gewicht derselben auf der Adresse deutlich bemerkt werden.

TIT. III.

Die in Anwendung zu bringenden
Porto-Taxen, die Abrechnung
u. s. w. betreffend.

A. Gegenseitige National-
Correspondenz.

Art. 9. Das Porto für die gegen

sche nationale briefwisseling, waaronder ook de Nederlandsche briefwisseling begrepen is naar en uit de Staten in welke Pruissen het regaal van de brieven post uitoefent, is te zamen gesteld uit het Nederlandsche en uit het Pruissische port.

Het Nederlandsche port zal naar mate van den afstand in eene regte lijn berekend worden, en bedraagt wegens iederen enkelen brief, voor alle plaatsen welke niet verder dan 30 Nederlandsche mijlen van de Nederlandsche grens-postkantoren naar de zijde van Pruissen verwijderd liggen, alsmede voor de plaatsen zelve alwaar die grenskantoren zijn gelegen.. 5 cents voor alle plaatsen gelegen op een afstand van meer dan 30 Nederlandsche mijlen van die grenskantoren. . . . . . 10 cents. Het Pruissische port zal eveneens naar mate van den afstand in eene regte lijn berekend worden, en wegens iederen enkelen brief, voor eenen afstand van de Nederlandsch-Pruissi

seitige National - Correspondenz, zu welcher auch die Niederländische Correspondenz nach und aus denjenigen Staaten zu rechnen ist, in denen Preussen das Briefpost-Regal verwaltet, bildet sich aus dem Niederländischen und aus dem Preussischen Porto.

Das Niederländische Porto wird nach der Entfernung in gerader Linie bemessen, und für alle Orte, welche von den Niederländischen Grenz-PostComtoirs gegen Preussen nicht weiter als 30 Niederländische Meilen entfernt sind, sowie für die Orte selbst, in denen sich diese GrenzPost-Comtoirs befinden, mit 5 Cents, für alle über 30 Niederländische Meilen von den gedachten GrenzPost-Comtoirs entfernte Orte aber mit 10 Cents für den einfachen Brief berechnet werden.

Das Preussische Porto soll gleichfalls nach der Entfernung in gerader Linie bemessen werden, und für den einfachen Brief bei einer Entfernung von der Niederländisch-Preussischen Grenze

bis 10 Deutsche (geographische). Meilen einschliesslich..... 1 Sgr. über 10 bis 20 Deutsche

(geographische) Meilen einschliesslich...

über 20 Deutsche (geographische) Meilen. . . betragen.

2

3

Dievorstehenden Niederländischen und Preussischen Portosätze kommen ohne alle Rücksicht auf die Spedition der Correspondenz in Anwendung.

Die Reduction der gegenseitigen Portosätze in Landesmünze soll möglichst genau bewirkt werden.

Zur Vermeidung von Bruchrechnungen, und damit auch bei den gegenseitigen Verbindungen die Frankirung durch Franko-Marken geschehen kann, werden jedoch Niederländischer Seits die Preussischen