Vaderlandsche letter-oefeningen |
Cosa dicono le persone - Scrivi una recensione
Nessuna recensione trovata nei soliti posti.
Altre edizioni - Visualizza tutto
Parole e frasi comuni
aard algemeen alles altijd armen beide bekend beter bijna bijzonder boven brengen deed deel deszelfs dezelve dien dier dood drie eenige eigen einde eindelijk elkander gaan gebruik gedurende geest geheel geld gelegenheid gelijk geluk genoeg gevaar geven gevoel geweest gewone ging goed grond groote hand hart Heer hetwelk hoofd hoog houden huis hunne ieder iets kleine komen kunst kwam laatste land lang lange laten leven licht ligt lijk maakt maken mede meest menschen middel minder moest mogen naam natuur nemen nieuwe onze oogenblik oude paarden rijk scheen schijnt schoon slechts staan stad steeds stond terwijl thans tusschen vinden volk vooral voort vriendschap vroeger vrouw waarheid waarin waarop wanneer want water weet weinig wereld werk wezen wien wijs wijze wilde willen woord zaak zeide zeker zelfs zelve zien ziet zijde zijner zouden zulk zullen
Brani popolari
Pagina 455 - ... suscipit Anchises atque ordine singula pandit. 'principio caelum ac terras camposque liquentes lucentemque globum Lunae Titaniaque astra Spiritus intus alit, .totamque infusa per artus mens agitat molem, et magno se corpore miscet.
Pagina 146 - t sonder mijn gedoogh niet voeghelijck en stond: Want (segg ick tegens my) wat heeftse toch bedreven, Die minder menschlickheit daer om sy slaevigh leven, En my bedienen moet ? en waerom ick niet haer ? Heeft haer vooronderen van over menigh jaer, Gemeen...
Pagina 150 - I)aer tegen wat zijns' ons tot quelling, leed en pijn Die by geboorte van ons gilde niet en zijn; En hoe klein is 't getal van die men met twee ooren, 'k Segg ooren van begrip, begaeft vind en gebooren!
Pagina 146 - En slaven onder mijn' bevelen moeten zijn, Dier bloed ontwyffelick soo goed is als het mijn. Kan ick daermede min als medelijden hebben, En denkende rond om aen 's werelds vloed en ebben, Beduchten dat de kans kan keeren alle dagh, En sij haest dat ick ben, ick dat sy werden magh?
Pagina 148 - Ontrent die dooden dan (ghij weet, ick meen myn boecken) Ben ick gedurigh of te vinden, of te soecken. En voelder my nu eerst soo yverigh aen vast, Als hadd icker mijn lang, lang leven na gevast. Nu is 't waer, tyds genoegh heb icker by versleten, Waer ick niet bott geweest, ick hoorde wat te weten ; Maer vinde dat ick pas een dingh te deghe weet, Dat 's dat ick my te deegh een' onden weet-niet heet. Vraegt niet hoe ick het weet : 'k hoeft maer my selfs te vragen : Goed' eters hongeren ; maer niet...
Pagina 144 - Dat niemant dencken derv' om tweemael te beginnen Daer hy 't gelaten heeft. Soo kerft hij spoedigh af Met snelle vonnissen van toegift of van straf...
Pagina 145 - tis oock klein gerucht; en stilt' houd' ick in acht Die mijn' Gedachten noo verstoort sie of verkracht, En daer ick niets van waerd' en wacht te konnen hooren, Is swijgen mij een lust en Balsam voor mijn
Pagina 148 - ... de warmte eens vriends, die zijne nachtrust opoffert, om naar die stemmen uit het grijze verledene te luisteren, met al het zelfverwijt eens veellezers, die er zoo weinig van leerde; wij mogen alleen het laatste aanhalen: Ontrent die dooden dan (ghij weet, ick meen myn boecken) Ben ick gedurigh of te vinden, of te soecken. En voelder my nu eerst soo yverigh aen vast, Als hadd icker mijn lang, lang leven na gevast. Nu is 't waer, tyds genoegh heb icker by versleten, Waer ick niet bott geweest,...
Pagina 142 - Dit luydt als of daer Stadt en Land verloopen waer, En of ter wereld d' een den and'ren noyt hier naer Sien of ontmoeten sou: maer hoort, besorgde vrinden, Niet heel een straete weeghs en isser scheid te vinden Van 't oud...
Pagina 146 - Die minder menschlickheit daer om sy slaevigh leven, En my bedienen moet? en waerom ick niet haer? Heeft haer voorouderen van over menigh jaer, Gemeen' of eigen ramp soo heftigh overloopen, Dat het kindskinderen als met den hals bekoopen, En slaven onder mijn' bevelen moeten zijn, Dier bloed ontwyffelick soo goed is als het mijn.